Anti pestprotocol Budoschool Kojiro Amsterdam
De trainers van Budoschool Kojiro Amsterdam hebben ingestemd met het anti- pestprotocol , zoals hieronder is beschreven, en roept iedereen op dit protocol volledig te ondersteunen.

Het pestprotocol vormt de verklaring van de judoleraar, het bestuur en de leden van de judovereniging zich aan deze regels te houden.

De vereniging accepteert het pesten niet en zal volgens onderstaande handelwijze dit gedrag gaat aanpakken.

Budoschool Amsterdam wil voor alle leden een veilige vereniging zijn. Dit betekent dat de vereniging expliciet stelling neemt tegen pestgedrag en concrete maatregelen voorstelt bij voorkomend pestgedrag.

 

Preventieve maatregelen:

De leraar bespreekt aan het begin van het seizoen met de leden de algemene afspraken en regels tijdens de les en bij het omkleden zowel voor als na de les. Het onderling plagen en pesten wordt hier benoemd en besproken in alle groepen. Met de groepen 2 en 3 worden de regels van het pestprotocol expliciet besproken.
Indien de leraar aanleiding daar toe ziet, besteedt hij of zij expliciet aandacht aan pestgedrag in een apart gesprek tijdens de les.

Repressieve maatregelen:

Indien er sprake is van pestgedrag in de kleedkamers wordt er tijdens het omkleden toezicht gehouden volgens een rooster door afwisselend een bestuurslid en een ouder. Het bestuur bepaalt of er aanleiding is om deze maatregel in te voeren en ook in welke kleedkamer er toezicht gehouden wordt.
Indien er sprake is van incidenten betreffende pestgedrag wordt dat met de betrokken kinderen besproken door de leraar of een bestuurslid. Dit gesprek staat niet op zichzelf maar wordt regelmatig herhaald om het probleem aan te pakken. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt en met zowel de pester als de gepeste besproken.
Indien er sprake is van herhaald pestgedrag worden de ouders van de pester in het bijzijn van de pester op de hoogte gesteld van de ongewenste gebeurtenissen in een gesprek op de vereniging. Aan het eind van dit oudergesprek worden de afspraken met de pester uitdrukkelijk doorgesproken en ook vastgelegd. Ook de op te leggen sancties bij overtreding van de afspraken worden daarbij vermeld. Gedacht kan worden aan uitsluiting van met name de situaties die zich in het bijzonder lenen voor pestgedrag. Daarbij kan gedacht worden aan: het omkleden in de materiaalruimte van de zaal, het in de zaal blijven tot alle andere kinderen van de groep weg zijn, het aan de kant zitten tijdens judospelletjes.
Indien het pestgedrag van de pester niet aanzienlijk verbetert, en / of de ouders van het kind werken onvoldoende mee om het probleem ook aan te pakken, kan het bestuur overgaan tot bijzondere maatregelen zoals: isoleren van de pester of een tijdelijke uitsluiting van het bezoeken van de lessen van de vereniging met een maximum van drie weken.
De concrete pedagogische invulling als handvat van het pestprotocol:
Formulieren en procedures leiden op zichzelf niet tot het verdwijnen van ongewenst gedrag. Wel is het belangrijk om in zaken als pestgedrag duidelijk te monitoren hoe het verloop van een casus wordt behandeld want er is veel tijd mee gemoeid en er zijn ook vele betrokkenen.

De leraar heeft een zeer belangrijke rol. De leraar zal helder en duidelijk moeten maken dat dit ongewenste gedrag volstrekt niet geaccepteerd wordt. Hij/zij biedt in eerste instantie de gepeste leerling bescherming. Een bestuurslid spreekt zwaar en ernstig met de pester en diens ouders en richt zich vervolgens op de zwijgende middengroep en de meelopers.

 

Hulp aan het gepeste kind:

De begeleiding van het gepeste kind is van groot belang. Het kind is eenzaam en slachtoffer en heeft recht op goede aandacht. Naast het voorkomen van nieuwe ongewenste ervaringen staat het verwerken van de ervaringen. Dit gebeurt door achtereenvolgens:

Gesprekken met de leraar en/of het bestuur
Naast incidentele gesprekken ook vaste momenten van gesprek in te bouwen waarin het kind gevraagd wordt naar de gewenste vooruitgang. Het doel is tweeledig: zowel het signaleren van nieuwe prikkels als het verwerken van de eerdere ervaringen.
Hulp aan de pester:

De pesters hebben ook recht op hulp, zij zijn niet in staat om op een normale wijze met anderen om te gaan en hebben daar hulp bij nodig. Die hulp kan bestaan uit de volgende activiteiten:

Een gesprek vanuit het protocol waarin ondubbelzinnig zal worden aangegeven welk gedrag niet geaccepteerd wordt bij de vereniging. Er wordt een schriftelijk verslagje van gemaakt.
Een duidelijk afspraak voor een vervolggesprek op termijn ongeacht de ontwikkelingen en welke straf er zal volgen indien het pestgedrag toch weer voorkomt.
Pestgedrag wordt binnen het bestuur en de op de tribune aanwezige ouders gemeld zodat iedereen alert kan reageren.
De ouders worden geïnformeerd van zowel de pester als het gepeste kind.
Van alle gesprekken met de pester en /of ouders worden verslagen gemaakt.
Indien deze activiteit geen oplossing biedt voert de leraar of een bestuurslid een aantal gesprekken met de pester waarbij getracht zal worden de oorzaak van het pesten te achterhalen. Daarnaast proberen we de pester gevoelig te maken voor hetgeen hij/zij aanricht bij het gepeste kind.
Als het pestgedrag blijft voortduren zal de ouders geadviseerd worden te kijken naar een andere sportvereniging voor hun kind. Hulp aan de zwijgende middengroep en de meelopers.
De zwijgende middengroep is als eerder beschreven in dit stuk van cruciaal belang in de aanpak van het probleem. Als de groep eenmaal in beweging is gebracht, hebben kinderen die pesten veel minder te vertellen. Deze middengroep is eenvoudig te mobiliseren, niet alleen door de leraar/bestuurslid, maar ook door de ouders.

 

Hulp aan de ouders

Voor de ouders van het gepeste kind is het van belang dat de vereniging ernst maakt met de aanpak van het pesten. Met de ouders van het gepeste kind zal overleg zijn over de aanpak van het pesten. De ouders van de pesters moeten absoluut op de hoogte zijn van wat er met hun kind gebeurt. Zij hebben er recht op te weten dat hun kind in sociaal opzicht bepaald zorgwekkend gedrag vertoont dat dringend verbetering behoeft.

De ouders van de zwijgende middengroep en de meelopers moeten zich bij het bestuur kunnen melden als zij van hun kind vernemen dat er een kind gepest wordt. Ook voor ouders moet een klimaat geschapen worden waarin het duidelijk is dat de vereniging open staat voor dit soort meldingen.
Ouders kunnen hun kinderen zeggen dat zij het verschrikkelijk vinden als kinderen elkaar pesten. Dat als hun kind het ziet, het zeker niet mee moet pesten, maar stelling moet nemen. Indien het kind die stelling niet durft te nemen, het altijd aan de ouders of aan de leraar moet vertellen. Praten over pesten is fundamenteel iets anders dan klikken. Ouders kunnen hun kind daarin ondersteunen en begeleiden.


De belangrijkste regel van het pesten luidt:

Word je gepest, praat er dan thuis, op school en bij de vereniging over.

Je mag het niet geheim houden!!

De 10 gouden regels vanuit het pestprotocol voor de kinderen zijn:

 

  1. Je beoordeelt andere kinderen niet op hun uiterlijk.
  2. Je sluit een ander kind niet buiten van activiteiten.
  3. Je komt niet zonder toestemming aan de spullen van een ander kind.
  4. Je scheldt een kind niet uit en je verzint geen bijnamen.
  5. Je lacht een ander kind niet uit en je roddelt niet over andere kinderen.
  6. Je bedreigt elkaar niet en je doet elkaar geen pijn.
  7. Je accepteert een ander kind zoals hij of zij is.
  8. Je bemoeit je niet met een ruzie door zomaar partij te kiezen
  9. Als je zelf ruzie hebt, praat het eerst uit, lukt dat niet dan meld je dat bij het bestuur of de leraar.
  10. Als je ziet dat een kind gepest wordt, dan vertel je dat aan de leraar, het bestuur of een op de tribune aanwezige ouder. Dat is dan geen klikken!!!